Bijdrage Kadernota 2025


De stad als habitat voor mens en dier

1 juli 2024

Bijdrage bij het bespreken van de Kadernota 2025 door Wouter Kraidy, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, Gouda.

Voorzitter, we hebben in het land, en zeker ook in Gouda, een woningbouwopgave. Afgelopen dagen hebben meerdere collega’s hier aandacht voor gevraagd en ook aangedrongen op het versnellen van de woningbouw. Van Leefbaar Gouda en de VVD tot PvdA en GroenLinks: we moeten bouwen, bouwen, bouwen. Dat vindt de Partij voor de Dieren natuurlijk ook en we vragen daarbij aandacht voor kansen op circulariteit en flexibele woonvormen. Maar, voorzitter, daarnaast heerst er niet alleen woningnood onder mensen. En daar wil mijn fractie in deze bijdrage graag aandacht voor vragen.

Huismus

2024 is door de Vogelbescherming uitgeroepen tot het Jaar van de Huismus – een van de meest bekende soorten in Nederland. Deze ‘buurtbewoner’ blijft het hele leven lang in de buurt van het nest waar hij of zij is geboren en verplaatst zich hooguit 600 meter verder. Een heel algemeen vogeltje, zo hoor ik u denken.

Maar voorzitter, het gaat helemaal niet goed met de huismus. De populatie is de laatste decennia drastisch afgenomen en de soort staat inmiddels op de rode lijst: voor een soort die zo algemeen was, is dat écht een alarmerend teken. De voornaamste redenen: het verlies aan nestgelegenheid en de grote afname van insecten.

En dat klopt ook, want in de afgelopen decennia zijn we onze steden heel strak en dicht aan het bouwen, waardoor gebouwgebonden soorten zoals de vleermuis, gierzwaluw en huismus hun nestgelegenheid hebben verloren. Dus ja, er heerst ook woningnood onder de dieren, en met verstrekkende gevolgen voor deze soorten. Wat is een huismus immers zonder huis?

De stad als habitat

Die mus is onderdeel van wat wij natuur noemen en natuur is niet iets wat zich slechts afspeelt buiten de stadsgrenzen. In de honderden jaren dat we steden zijn gaan bouwen, zijn verschillende soorten met ons in de stad komen wonen. De stad, met haar drukke wegen, parken, sloten en hoge gebouwen, is een habitat op zich geworden. Honderden soorten zijn afhankelijk geworden van de stad – een relatie die door eeuwenlange evolutie van samenleven zo is geworden. Er wordt zelfs geschat dat ruim 10% van alle Nederlandse flora en fauna in en om de stad wonen, maar die trend keert zich in de laatste decennia. Dat werpt de vraag op of we de stad alleen nog voor mensen moeten blijven ontwerpen en bouwen, of ook voor onze ongeplande medebewoners.

Natuurinclusief bouwen

En dan hoor ik de heer Oppelaar al denken: moet ik nu ook de woningnood onder dieren gaan oplossen? Kort gezegd, ja! En dat kan hij, door natuurinclusief te gaan bouwen – dat wil zeggen ingrepen aan een gebouw die ruimte geven aan soorten om te floreren, zoals groene daken, gevels en neststenen – De huizen die we bouwen hebben dus veel meer mogelijkheden om naast mensen ook andere dieren te huisvesten. Dit klinkt als een vervelend regeltje, maar het brengt juist ontzettend veel voordelen met zich mee.

Wat zijn deze voordelen dan precies? De wethouder noemde het al in antwoord op onze vragen: door natuurinclusief te bouwen verbeteren we de biodiversiteit, gaan we hittestress tegen, verbeteren we de luchtkwaliteit en maken we de stad leefbaarder voor onze inwoners. Maar een voordeel dat hij daarbij vergat is dat natuurinclusief bouwen ook geld en tijd bespaart en ook bijdraagt aan versnelling van de bouwopgave.

Anders gezegd: niet natuurinclusief bouwen kost tijd en kost onnodig geld. Waarom? Samengevat komt het erop neer dat wanneer wij aan de voorkant zorgen voor ruim voldoende nestgelegenheid, wij achteraf nauwelijks kostbare maatregelen hoeven te nemen bij de sloop, renovatie of isolatie van gebouwen. Deze maatregelen zijn namelijk doorgaans duur, lelijk, vereisen onderhoud en zijn minder effectief voor soorten om in te nestelen.

Kortom, als we het bouwtempo willen versnellen en de duurzaamheidsopgave willen halen, dan moeten we nú beginnen met natuurinclusief bouwen. De gemeente kan hier op dit moment nog onvoldoende op sturen doordat dit nog niet in beleid is verankerd. Wij zijn dan ook benieuwd of de Wethouder dit net geschetste voorbeeld erkend en bereid is om natuurinclusief bouwen op te nemen in de verbeterde Omgevingsvisie 1.0, en zo nee waarom niet?

Duiventil

Dan nog kort over de duiven. Voor het goed beheer van de Goudse duivenpopulatie blijven wij aandacht vragen dat dat één duiventil onvoldoende is. Daarnaast zouden de vrijwilligers van de duiventil enorm geholpen zijn als ook de binnenkant van duiventil wordt meegenomen tijdens professionele schoonmaak elk kwartaal. Wij willen het college nogmaals vragen de vrijwilligers hierin tegemoet te komen.

En dan tot slot, voorzitter. Onze stad is een habitat waarin mensen en dieren eeuwenlang samen zijn geëvolueerd. En door op deze manier naar Gouda te kijken zijn we in staat grote uitdagingen van deze tijd in samenhang aan te pakken. Door aandacht te hebben voor de woningnood onder dieren, kunnen we ook onze eigen woningnood tegengaan en de verduurzaming van onze huizen sneller aanpakken. Samen kunnen we ervoor zorgen dat zowel mensen als dieren een thuis hebben – en geven we de huismus weer een huis.