raadsvragen m.b.t. het 2e ijkmoment 2014 (2e begrotingswijziging 2014 en programmabegroting 2015-2018)
Indiendatum: okt. 2014
Vragen van de Partij voor de Dieren fractie
92
Het nieuwe college heeft een nieuwe indeling van de programmabegroting gemaakt. Merk op dat deze toch nog door de Raad moet worden vastgesteld?
93
Algemeen ten aanzien van de begroting: wat wij missen is een kwantificering van de belangrijkste risico's. Een totaalbedrag wordt genoemd maar niet duidelijk is wat het bedrag per risico is.
94
Met betrekking tot de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’ worden per categorie geen meerjarige budgetten genoemd, ook de voeding niet en ook niet of er achterstanden zijn in het onderhoud en indien aanwezig welke maatregelen worden getroffen.
95
Voorts ontbreekt bij het overzicht van incidentele lasten en baten (mede bepalend) voor het structurele beeld van de begroting een uitgebreide toelichting.
96
Hoe wordt in deze begroting omgegaan met de onlangs afgesloten CAO. En is er een budget voor frictiekosten. (Afbouw personeelsbestand)?
97
Waar staan de opbrengsten van de verpachting van de Goudse viswateren? Of komt dit aan het Waterschap toe?
98
Welke tarieven gaat de gemeente vergoeden in het kader van de WMO, participatiewet en jeugdzorg? Hoe verhoudt dit zich tot de vergoeding die hiervan door het rijk wordt ontvangen (incl. bezuiniging)?
99
Blz 5: bestemmingsreserve 3d’s, waar komt deze 0,3 mio vandaan?
100
Blz 7 grafiek: wat zijn administratieve boekingen? Waar bestaan overigen uit?
101
Blz 13 3.1.3.1.: Baten PG economie erg hoog in 2015. Hoe komt dit?
102
Blz 13: 3.1.2.1.: Baten van PG economie in 2015 erg hoog door begrote verkoop weeshuis en pand kunstpunt Gouda?
103
Blz 17: 3.2.3.1.: Op hoeveel “gebruikers” uit de WMO, participatiewet en ouderzorg is de begroting gebaseerd? En in vergelijking met de hoeveelheid die daar in 2014 gebruik van heeft gemaakt?
104
Blz 31: 3.5.3.1. Zijn de baten PG grondexploitaties al gecorrigeerd voor de VPB heffing (25% minder?)
105
Blz 33 (p. 35 in gedrukt exemplaar): onderaan de blz . bij indicatoren: Aan CO2 neutrale emissie wordt voldaan door compensatie van de resterende emissies. Gaat dit met Noorse groencertificaten?
106
Blz 36: 3.6.3.3. Vervanging VRI. Waar staat VRI voor?
107
Blz 45: 3.9.2.1.: Waar worden de PG algemene lasten voor aangewend?
108
Blz 45: 3.9.2.2.: Hoe zijn de taakgestelde bezuinigingen in de begroting verwerkt? Op welke posten?
109
Blz 46: 3.9.2.4.: 1: onvoorzien. Hoe is dit bedrag bepaald? Welke verwachtingen en berekeningen liggen hier aan ten grondslag?
110
Blz 47: Stelpost uitbreiding Westergouwe. Klopt het dat er nu al een voorziening wordt gevormd voor de kosten van uitbreiding van Westergouwe?
111
Blz 47.: “Stelpost onderuitputting kapitaallasten. Door het achterlopen van investeringen vallen de kapitaallasten in het algemeen lager uit dan begroot. In de programmabegroting 2013-2017 is daarvoor met ingang van 2015 een stelpost opgenomen”. Dit is niet duidelijk. Er zijn minder kapitaallasten en daarvoor moet een nog te realiseren bezuiniging c.q. taakstelling worden opgenomen?
112
Blz 48: 3.9.2.8.: Welk gedeelte van dit bedrag heeft betrekking op Westergouwe? Graag specificatie van het op blz 47 aangegeven bedrag van 650K.
113
Blz 53: 4.2.5.: Spoorzone, Hoe groot verwacht men dat de aanvullende voorziening moet gaan worden?
114
Blz 53: 4.2.5.: Voorziening grondbank, Hoe groot verwacht men dat de aanvullende voorziening moet gaan worden?
115
Blz 53: 4.2.5.: onderaan tabel: Graag overzicht van de beheersmaatregelen die geformuleerd zijn.
116
Blz 53: Laatste alinea: Op welke punten is de risico inschatting gewijzigd dat de weerstandscapaciteit zo sterk omlaag kan?
117
Blz 56: “Voor restauraties van monumentale panden wordt eerst naar subsidiemogelijkheden gezocht en wordt vooraf de wijze van kostentoerekening / financiering bepaald”. Hier is geen voorziening voor gevormd?
118
Blz 57: 4.3.4.2: eerste tabel, groot- en vervangingsonderhoud openbaar gebied: eindstand begroting 2014 sluit niet aan bij beginstand 2015.
119
Blz 57: 4.3.4.2.: De voorziening groot- en vervangingsonderhoud openbaar gebied wordt in vier jaar met ongeveer een derde verminderd?
120
Blz 59: Limiet schatkistbankieren: 0,75 Ten opzichte van welke norm / waarde is deze doelstelling?.”
121
Blz 61: 4.4.3.2: Tabel, Aan welke eisen moeten overige toegestane instellingen voldoen om toegestaan te zijn?
122
Blz 61: 4.4.3.2: Tabel, “Het verloop in de uitzettingen bij overige toegestane instellingen betreft met name de verwachte ontwikkeling van het financieringsarrangement Westergouwe, waarvan het risico middels het vestigen van hypothecaire zekerheden is afgedekt”. Waaruit bestaan deze zekerheden? Hoe groot is het deel van Westergouwe in dit bedrag wat in de tabel staat bij 2015?
123
Blz 62: 4.4.3.3.: In welke mate zullen aan koersrisico onderhevige beleggingen in de toekomst deel uit gaan maken van de beleggingsportefeuille? Vormt dit soort beleggingen een normaal onderdeel van de beleggingsstrategie/ Is hier reeds een (fictief)beleggingsverlies op gerealiseerd? Hoe zijn de verwachtingen dat dit zich zal ontwikkelen op de vervaldatum van deze obligaties?
124
Blz 62: 4.4.4.2.: welk rentepercentage wordt berekend op het financieringsarrangement Westergouwe?
125
Blz 76: 4.7.3.: “De totale voorziening op alle grondexploitaties bedraagt per 31 december 2013 € 15,4 miljoen op eindwaarde. In het eerste kwartaal van 2015 vindt actualisatie van alle lopende grondexploitatieberekeningen plaats”. Waarom wordt de actualisatie niet meegenomen/gedaan in de begroting?
126
Blz 78: Hier staat een bedrag van 1,7 mio voor WMO dat vrij besteedbaar is? Hoe kan dit?
127
Blz 80: 5.2.4. Tabel: Voormalig panden bibliotheek en Kunstpunt Gouda. Verkoop is al geregeld?
128
Blz 81: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: Welke garantiepremie is er voor de Cinema Gouda?
129
Blz 83: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: Waardoor is de grote mutatie in het tweede ijkmoment uit ontstaan? Is dat door de BUIG-gelden?
130
Blz 85 en Blz 86: waarom zijn de incidentele baten van de grondexploitatie gelijk aan de incidentele lasten?
131
Blz 86: De laatste regel boven 5.6: Geen structurele onttrekking aan reserves?
132
Blz 87: Bovenste tabel: Grond exploitaties nemen niet sterk af. In 2018 weer stijging? Wat is dit?
133
Blz 87 eerste tabel: graag uitsplitsing van de voorzieningen
134
Blz 88: 3e alinea: Wat is de omvang van de reserve parkeren?
Indiendatum:
okt. 2014
Antwoorddatum: 24 okt. 2014
92
Het nieuwe college heeft een nieuwe indeling van de programmabegroting gemaakt. Merk op dat deze toch nog door de Raad moet worden vastgesteld?
De indeling van de programmabegroting is bij kadernota vastgesteld door de raad.
93
Algemeen ten aanzien van de begroting: wat wij missen is een kwantificering van de belangrijkste risico's. Een totaalbedrag wordt genoemd maar niet duidelijk is wat het bedrag per risico is.
Van alle risico’s die worden meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit is gezamenlijk berekend wat de financiële impact is. Het overzicht geeft alleen een selectie van de belangrijkste risico’s. Het overzicht is daarmee niet uitputtend. Om die reden is ook afgezien bedragen op te nemen bij de risico’s. Dit is dus een kwestie van presentatie.
94
Met betrekking tot de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’ worden per categorie geen meerjarige budgetten genoemd, ook de voeding niet en ook niet of er achterstanden zijn in het onderhoud en indien aanwezig welke maatregelen worden getroffen.
Omdat voor dit onderhoud de uitgaven via de voorziening lopen is de onttrekking aan de voorziening het budget. De voeding (beschikbare middelen) is de dotatie aan de voorziening. In de Meerjaren Onderhouds Plannen (MOP’s) wordt de prioritering van het onderhoud aangegeven, resulterend in uitvoeringsplannen en -aanpak.
95
Voorts ontbreekt bij het overzicht van incidentele lasten en baten (mede bepalend) voor het structurele beeld van de begroting een uitgebreide toelichting.
Dit geen technische vraag maar een constatering.
Het overzicht van incidentele baten en lasten is opgesteld in lijn met de aanpassingen die reeds in de programmabegroting 2014-2017 zijn doorgevoerd op grond van de wijzigingen van het Besluit begroting en verantwoorden provincies en gemeenten (BBV) per 1 juli 2013. Bij de behandeling van die programmabegroting door de raad leverde dat geen opmerkingen op. Ook de financiële toezichthouder, de provincie Zuid-Holland, heeft hierover geen opmerkingen gemaakt. Als de gemeenteraad in de huidige samenstelling van mening is dat de toelichting onvoldoende is, neemt het college dit mee bij het opstellen van de volgende PenC-documenten.
96
Hoe wordt in deze begroting omgegaan met de onlangs afgesloten CAO. En is er een budget voor frictiekosten. (Afbouw personeelsbestand)?
Elk jaar wordt bij het opstellen van de (meerjaren)begroting rekening gehouden met de mogelijke stijging van lonen en prijzen. De loon- en prijsgevoelige budgetten worden daartoe verhoogd met het percentage voor de verwachte prijsontwikkeling bruto binnenlands product (bbp) zoals expliciet vermeld in de circulaire gemeentefonds van mei of juni. De verhogingen zijn voor het begrotingsjaar taakstellend en worden niet nagecalculeerd. Concreet betekent dit dat in de (meerjaren)begroting 2015 met een stijging van 1,25% structureel rekening is gehouden. De budgetten 2015 zijn toereikend om de gevolgen van de CAO op te vangen.
De reserve organisatie-ontwikkeling wordt ingezet ten behoeve van toekomstige organisatieontwikkelingen en voorziet in ruimte voor frictiekosten.
97
Waar staan de opbrengsten van de verpachting van de Goudse viswateren? Of komt dit aan het Waterschap toe?
Voor de verhuur van viswater in Gouda wordt minder dan € 100,-- geheven.
98
Welke tarieven gaat de gemeente vergoeden in het kader van de WMO, participatiewet en jeugdzorg? Hoe verhoudt dit zich tot de vergoeding die hiervan door het rijk wordt ontvangen (incl. bezuiniging)?
Uitgangspunt is dat de uitgaven voor de nieuwe taken worden gedekt door de middelen die wij hiervoor ontvangen van het Rijk.
99
Blz 5: bestemmingsreserve 3d’s, waar komt deze 0,3 mio vandaan?
Het saldo van de huidige reserve sociaal domein is aan het eind van het jaar € 0,3 miljoen.
100
Blz 7 grafiek: wat zijn administratieve boekingen? Waar bestaan overigen uit?
De administratieve boekingen hebben betrekking op de grondexploitaties. De grondexploitaties kennen een ‘speciale’ administratieve behandeling binnen de gemeentelijke administratie. Zie ook het antwoord op vraag 130.
101
Blz 13 3.1.3.1.: Baten PG economie erg hoog in 2015. Hoe komt dit?
Dit betreft de verkoop van de voormalige panden van de Bibliotheek en de voormalige panden van Kunstpunt Gouda, die oorspronkelijk in 2014 begroot is en nu doorschuift naar 2015.
Voor het voormalige pand van De Werkschuit aan de Bloemendaalseweg is inmiddels een koopovereenkomst gesloten.
102
Blz 13: 3.1.2.1.: Baten van PG economie in 2015 erg hoog door begrote verkoop weeshuis en pand kunstpunt Gouda?
Zie antwoord op vraag 101.
103
Blz 17: 3.2.3.1.: Op hoeveel “gebruikers” uit de WMO, participatiewet en ouderzorg is de begroting gebaseerd? En in vergelijking met de hoeveelheid die daar in 2014 gebruik van heeft gemaakt?
Door de vernieuwing van het gehele stelsel sociaal domein, waarbij losse vragen gecombineerd worden en duurdere hulp (waar mogelijk) voorkomen wordt, is een exact antwoord lastig. Voor een globaal inzicht in (huidige) aantallen wordt verwezen naar de beleidsnota sociaal domein.
104
Blz 31: 3.5.3.1. Zijn de baten PG grondexploitaties al gecorrigeerd voor de VPB heffing (25% minder?)
Nee, deze baten zijn nog niet gecorrigeerd. Er is nog geen zicht op de financiële effecten van de invoering VPB op de grondexploitaties. Vanaf voorjaar 2015 gaat de ingestelde projectgroep hier intensief mee aan de slag; doel is bij het eerste ijkmoment 2015 hier meer over te kunnen melden.
105
Blz 33 (p. 35 in gedrukt exemplaar): onderaan de blz . bij indicatoren: Aan CO2 neutrale emissie wordt voldaan door compensatie van de resterende emissies. Gaat dit met Noorse groencertificaten?
Nee. Voor deze certificaten vraagt de gemeente jaarlijks offertes op en deze kunnen dus per jaar verschillen. Projecten waarin de afgelopen drie jaar geïnvesteerd is, zijn een Windpark in Taiwan en een biogasproject in Cambodja -2x. Deze compensatie moeten we wat verder weg zoeken omdat dit in een “niet-Kyoto-land” moet zijn gelegen.
106
Blz 36: 3.6.3.3. Vervanging VRI. Waar staat VRI voor?
VRI is de afkorting van verkeersregelinstallatie.
107
Blz 45: 3.9.2.1.: Waar worden de PG algemene lasten voor aangewend?
Kortheidshalve wordt verwezen naar 3.9.2.4, waarin een uitgebreide toelichting is opgenomen over de algemene lasten (en baten).
108
Blz 45: 3.9.2.2.: Hoe zijn de taakgestelde bezuinigingen in de begroting verwerkt? Op welke posten?
In 5.2.3.1 is het overzicht opgenomen van de ingeboekte bezuinigingen. In de toelichtingen op de exploitatie van de programma’s (in hoofdstuk 3) zijn de maatregelen per programma gespecificeerd.
109
Blz 46: 3.9.2.4.: 1: onvoorzien. Hoe is dit bedrag bepaald? Welke verwachtingen en berekeningen liggen hier aan ten grondslag?
Het bedrag voor onvoorzien is een ‘ervaringsbedrag’ uit het verleden. De afgelopen jaren is het bedrag toereikend gebleken.
110
Blz 47: Stelpost uitbreiding Westergouwe. Klopt het dat er nu al een voorziening wordt gevormd voor de kosten van uitbreiding van Westergouwe?
Van een voorziening conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is geen sprake. In dit geval gaat het om een stelpost ter dekking van de lasten als gevolg van het realiseren van niet-commerciële voorzieningen in Westergouwe.
111
Blz 47.: “Stelpost onderuitputting kapitaallasten. Door het achterlopen van investeringen vallen de kapitaallasten in het algemeen lager uit dan begroot. In de programmabegroting 2013-2017 is daarvoor met ingang van 2015 een stelpost opgenomen”. Dit is niet duidelijk. Er zijn minder kapitaallasten en daarvoor moet een nog te realiseren bezuiniging c.q. taakstelling worden opgenomen?
De kapitaallasten in de gemeentelijke begroting zijn gebaseerd op de reeds gedane en nog te realiseren investeringen in het begrotingsjaar. De ervaring leert dat elk jaar een deel van de nog te realiseren investering niet wordt gehaald. Het hiermee gemoeide bedrag wisselt van jaar tot jaar en per programma. Daarom wordt op een algemene post in de begroting rekening gehouden met de lagere kapitaallasten.
112
Blz 48: 3.9.2.8.: Welk gedeelte van dit bedrag heeft betrekking op Westergouwe? Graag specificatie van het op blz 47 aangegeven bedrag van 650K.
In 2015 zijn in het kader van het financieringsarrangement Westergouwe € 175.000 rentebaten geraamd en € 142.500 lasten in de vorm van kapitaallasten. Per saldo draagt het financieringsarrangement Westergouwe derhalve een bedrag van € 32.500 bij aan het voordelig saldo financieringsfunctie.
Het bedrag van € 650.000 in 2015 en 2016 wordt veroorzaakt door een lagere rente waartegen we de voor 2015 en verdere jaren benodigde financieringsmiddelen kunnen aantrekken. Voor de jaren 2017 en verder werkt dit structureel door. In de paragraaf financiering van de programmabegroting is aangekondigd dat bij de Voorjaarsnota 2016 voorstellen zullen worden gedaan hoe om te gaan met deze verwachte voordelen.
113
Blz 53: 4.2.5.: Spoorzone, Hoe groot verwacht men dat de aanvullende voorziening moet gaan worden?
Dat is op dit moment niet bekend. In het eerste kwartaal van 2015 is meer zicht op de plannen en de daaraan verbonden kosten. In het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (mei/juni 2015) zal hierover naar verwachting meer duidelijkheid over gegeven kunnen worden.
114
Blz 53: 4.2.5.: Voorziening grondbank, Hoe groot verwacht men dat de aanvullende voorziening moet gaan worden?
Dat is op dit moment niet bekend. De gronden worden jaarlijks getaxeerd. In het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (mei/juni 2015) zal hierover naar verwachting meer duidelijkheid over gegeven kunnen worden.
115
Blz 53: 4.2.5.:onderaan tabel: Graag overzicht van de beheersmaatregelen die geformuleerd zijn.
We hebben ervoor gekozen om de omvang van de paragraaf en daarmee de omvang van de begroting zo compact mogelijk te houden. Dit vloeit o.a. voort uit afspraken die wij voorafgaand aan het opstellen van de begroting hebben gemaakt. Om deze reden zijn beheersmaatregelen niet opgenomen in het overzicht nog los van het feit dat beheersmaatregelen vooral op het uitvoerende niveau liggen en daarmee wellicht minder interessant zijn voor de raad.
116
Blz 53: Laatste alinea: Op welke punten is de risico inschatting gewijzigd dat de weerstandscapaciteit zo sterk omlaag kan?
Bij de bestaande methode wordt van elk risico standaard de maximale impact meegenomen. Bij de nieuwe methode wordt rekening gehouden met de kansverdeling van een risico. M.a.w. als de kans 50% is dat het risico gaat voordoen, dan wordt ook 50% van de financiële impact meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Dit veronderstelt een zuivere benadering en is de belangrijkste reden waarom het eindbedrag lager uitvalt. Zie ook de toelichting in de nota weerstandsvermogen.
117
Blz 56: “Voor restauraties van monumentale panden wordt eerst naar subsidiemogelijkheden gezocht en wordt vooraf de wijze van kostentoerekening / financiering bepaald”. Hier is geen voorziening voor gevormd?
Het onderhoud van monumenten in gemeentelijk bezit wordt betaald uit de algemene Onderhoudsvoorziening Gemeentelijke Objecten. Een deel van het onderhoud aan gemeentelijke monumenten kan soms gefinancierd worden uit subsidieregelingen. Als er een subsidieregeling van toepassing is, wordt vooraf bepaald voor welke onderhoudskosten subsidie wordt aangevraagd, en welke gedekt worden uit de onderhoudsvoorziening Gemeentelijke Objecten.
118
Blz 57: 4.3.4.2: eerste tabel, groot- en vervangingsonderhoud openbaar gebied: eindstand begroting 2014 sluit niet aan bij beginstand 2015.
Correct opgemerkt, in deze tabel is een verschuiving opgetreden Leidend is het verloop van de voorziening groot onderhoud Openbare Ruimte zoals weergegeven bij 7.3.2., Verloop per voorziening, blz 97 printversie.
119
Blz 57: 4.3.4.2.: De voorziening groot- en vervangingsonderhoud openbaar gebied wordt in vier jaar met ongeveer een derde verminderd?
Ja, dat klopt. Uit het beheerplan Groot onderhoud en vervangingsonderhoud (BP GOVO 2014-2021) blijkt inderdaad dat de voorziening groot- en vervangingsonderhoud (PP) afneemt. Binnenkort ontvangt de raad het BP GOVO 2014-2021 met een financiële doorkijk voor tot en komende 8 jaar.
120
Blz 59: Limiet schatkistbankieren: 0,75 Ten opzichte van welke norm / waarde is deze doelstelling?.”
De basis voor de norm is de omvang van de begroting in het betreffende jaar. Deze basis geldt tevens voor het renterisico en de kasgeldlimiet.
121
Blz 61: 4.4.3.2: Tabel, Aan welke eisen moeten overige toegestane instellingen voldoen om toegestaan te zijn?
Dat zijn de eisen die gesteld worden door de wet Financiering Decentrale Overheden. In het kort betreft het financiële instellingen met een bepaalde credit-rating dan wel instellingen waarvan door het college en/of de raad is besloten dat uitzettingen aan dergelijke partijen plaatsvinden in het publiek belang.
122
Blz 61: 4.4.3.2: Tabel, “Het verloop in de uitzettingen bij overige toegestane instellingen betreft met name de verwachte ontwikkeling van het financieringsarrangement Westergouwe, waarvan het risico middels het vestigen van hypothecaire zekerheden is afgedekt”. Waaruit bestaan deze zekerheden? Hoe groot is het deel van Westergouwe in dit bedrag wat in de tabel staat bij 2015?
De hypothecaire zekerheid is gevestigd op de gronden die in eigendom zijn bij onze partner in Westergouwe, de combinatie Volker Wessels/Heijmans.
Van het in de tabel vermelde bedrag van € 2.974 heeft € 2.970 betrekking op het financieringsarrangement Westergouwe.
123
Blz 62: 4.4.3.3.: In welke mate zullen aan koersrisico onderhevige beleggingen in de toekomst deel uit gaan maken van de beleggingsportefeuille? Vormt dit soort beleggingen een normaal onderdeel van de beleggingsstrategie/ Is hier reeds een (fictief)beleggingsverlies op gerealiseerd? Hoe zijn de verwachtingen dat dit zich zal ontwikkelen op de vervaldatum van deze obligaties?
De genoemde obligaties zijn aangetrokken in een periode van substantiële overliquiditeit en pasten in de beleggingsstrategie zoals die destijds als algemeen aanvaardbaar werd beschouwd. Na de invoering van de Regeling schatkistbankieren is het aangaan van beleggingen als deze niet langer toegestaan. Bestaande beleggingen mogen tot het einde van de looptijd worden aangehouden. Dit laatste geldt voor deze obligaties; deze zullen worden afgestoten indien het rendement en de koersontwikkeling daar aanleiding voor geven. Om dit moment is het rendement echter hoger dan de rente die we betalen op nieuw op te nemen langlopende schuld.
124
Blz 62: 4.4.4.2.: welk rentepercentage wordt berekend op het financieringsarrangement Westergouwe?
4,3%.
125
Blz 76: 4.7.3.: “De totale voorziening op alle grondexploitaties bedraagt per 31 december 2013 € 15,4 miljoen op eindwaarde. In het eerste kwartaal van 2015 vindt actualisatie van alle lopende grondexploitatieberekeningen plaats”. Waarom wordt de actualisatie niet meegenomen/gedaan in de begroting?
De actualisatie van de grondexploitaties wordt meegenomen in de jaarrekening. Dan is er zicht op de kosten die dat boekjaar gemaakt zijn. Dat is een natuurlijk moment in plaats van de begroting.
126
Blz 78: Hier staat een bedrag van 1,7 mio voor WMO dat vrij besteedbaar is? Hoe kan dit?
De betreffende regel in de tabel moet als volgt worden gelezen: Vanuit de tabellen in de meicirculaire blijkt dat Gouda vanaf 2015 voor het onderdeel Wmo binnen de algemene uitkering uit het gemeentefonds jaarlijks € 1,7 miljoen structureel minder ontvangt dan eerder gepubliceerd. Deze verlaging aan de batenkant moet worden opgevangen (gedekt) door een even grote verlaging van de lasten, waardoor een budgettair neutraal effect ontstaat. De verlaging van het lastenbudget werkt echter positief op het begrotingsresultaat (er is meer geld voor andere zaken), hetgeen het plus-teken voor het bedrag verklaart.
127
Blz 80: 5.2.4. Tabel: Voormalig panden bibliotheek en Kunstpunt Gouda. Verkoop is al geregeld?
Het besluit tot verkoop van de diverse panden is genomen. Voor het voormalige pand van De Werkschuit aan de Bloemendaalseweg is inmiddels een koopovereenkomst gesloten.
128
Blz 81: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: Welke garantiepremie is er voor de Cinema Gouda?
De gemeente staat borg voor de lening ter financiering van de Cinema Gouda. Uit hoofde van regels rondom staatssteun brengt de gemeente Gouda een premie over het garantiebedrag aan de Stichting Schouwburgcomplex in rekening. Deze premie bedraagt jaarlijks 0,4% van de schuldrest van de door de Stichting Schouwburgcomplex hiertoe opgenomen geldlening.
129
Blz 83: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: Waardoor is de grote mutatie in het tweede ijkmoment uit ontstaan? Is dat door de BUIG-gelden?
De grote mutatie komt voor het grootste deel uit de beschikbaarstelling van de middelen voor de 3D’s vanaf 2015 als onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, zoals gemeld in de mei- en in de septembercirculaire 2014. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de baten herkenbaar zijn aan het min-teken. Het gaat derhalve om een toename van de baten.
130
Blz 85 en Blz 86: waarom zijn de incidentele baten van de grondexploitatie gelijk aan de incidentele lasten?
Dit heeft te maken met het “speciale” karakter van de grondexploitaties. Aan de ene kant worden fluctuaties in de inkomsten en uitgaven in de exploitatie van de gemeente voorkomen. Aan de andere kant hebben grondexploitaties pas financieel effect bij het afsluiten van het project, of bij wijzigingen in de omvang van de voorziening.
131
Blz 86: De laatste regel boven 5.6: Geen structurele onttrekking aan reserves?
In het wettelijk kader waarbinnen de gemeentelijke begroting en de jaarstukken worden opgesteld (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, kortweg BBV) is onder andere bepaald hoe de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves moeten worden verantwoord. Te lezen valt: “… dat in principe alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves incidenteel van aard zijn.” Uitzonderingen zijn mogelijk, maar die zijn niet van toepassing voor Gouda.
132
Blz 87: Bovenste tabel: Grond exploitaties nemen niet sterk af. In 2018 weer stijging? Wat is dit?
De mutaties in de verwachte boekwaardeontwikkeling van de grondexploitaties hebben in de jaren 2016 en verder met name betrekking op Westergouwe. Deze mutaties vinden hun grondslag in de verwachte investeringen in het bouw- en woonrijp maken gesaldeerd met de verwachte opbrengsten in de achtereenvolgende jaren. Deze beide grootheden lopen veelal niet parallel, vandaar het ene jaar een stijging en het andere jaar een daling. Op lange termijn lopen de boekwaarden natuurlijk wel af.
133
Blz 87 eerste tabel: graag uitsplitsing van de voorzieningen
De risicovoorziening(en) van de grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd, vandaar dat deze in onderstaand overzicht constant zijn gehouden op het niveau naar aanleiding van de meest recente actualisatie van de grondexploitaties in het voorjaar van 2014.
134
Blz 88: 3e alinea: Wat is de omvang van de reserve parkeren?
Per 01-01-2014 is de stand van de reserve parkeren € 747.613.
Interessant voor jou
Artikel 38 vragen van SP en PvdD naar aanleiding van het verschijnen van veeneilanden in de Goudse omgeving.
Lees verderTechnische vragen van de Partij voor de Dieren bij het Regionaal Beleidsplan (RBP 2015 - 2108)
Lees verder