Artikel 38 vragen over Groen­struc­tuurplan

Indiendatum: apr. 2016

Artikel 38 vragen van PvdD en SP inzake bomennorm Gouda en groenstructuurplan

Inleiding
Geacht College, op 15 maart heeft u antwoord gegeven op technische vragen van de SP, inzake de ‘bomennorm’ in Gouda. Tevens kreeg de Raad in het eerste kwartaal alweer een aantal bestemmingswijzigingen aangeboden waarbij er bomenkap plaatsvond/moest plaatsvinden, denk hierbij de Roerdompstraat of de Kop van de Kleiweg. Tevens staan er bijna wekelijks meldingen in de Gemeentepagina’s van de Goudse Post over afgegeven kapvergunningen, bekende recente voorbeelden zijn het Plesmanplein of het Stationsplein.
Zowel vanwege de beantwoording van de technische vragen van de SP, als het gebrek aan overzicht dat er inmiddels bij de SP en Partij voor de Dieren is ontstaan over de ontwikkeling van groen en het aantal m2 groen per inwoner in Gouda, dienen wij deze vragen in. Tevens constateren wij daarbij dat het Goudse Groenstructuurplan, indertijd aangenomen voor de periode van 2007 t/m 2015, inmiddels is verlopen.

De uitkomsten van het beleid 2007 - 2015

1. In uw antwoord op vragen van de SP schrijft u dat ‘het zou kunnen dat we de komende jaren onder de norm van 22.000 bomen zouden kunnen uitkomen’. Het Groenstructuurplan liep tot 2015. Waarom heeft er nog geen evaluatie plaatsgevonden van deze visie, inclusief een grondige evaluatie van het bomenbeleid, zowel op gebied van de uitvoering als de resultaten? Wanneer gaat u deze uitvoeren en mag de Raad de uitkomsten verwachten, zodat de Raad mede daarop gebaseerd de kaders voor een nieuwe Groenstructuurvisie kan gaan bepalen? Zowel ten aanzien van de openbare ruimte als bij particulieren en bedrijven.
2. Wordt er in deze evaluatie ook meegenomen de verloren gegane CO2 absorptie door (oudere) bomen en het effect van bomen en groen op zaken als: - bestrijding van het 'hitte-effect' in de wijken van de stad - vermindering agressie - bevordering gezondheid - opname hemelwater
3. Hoe rijmt u dit antwoord aan de SP met de in december 2015 aangenomen ‘Vergroeningsagenda’, waarbij meer groen per wijk de doelstelling is? Neemt u in dit antwoord ook graag de door de doorgevoerde bezuinigingen bij Cyclus op groenonderhoud mee.
4. Het beleid in Gouda is dat bomen oud mogen worden. In hoeverre spelen bij die keuze de omstandigheden die bomen daarvoor nodig hebben, inclusief bv. de aanwezigheid van meerdere bomen dichtbij elkaar (wat bij sommige soorten noodzakelijk is), de bodem en het grondwaterpeil een rol? En als dit geen rol speelt, welke keuzen worden dan wel gemaakt zodat bomen ook daadwerkelijk oud kunnen worden en niet met zekerheid voortijdig al voortijdig 'op' zullen zijn?
5. Welk beleid hanteert de gemeente met het planten van gebiedseigen soorten, die veelal veel meer kans hebben oud te worden dan niet gebiedseigen.
6. In hoeverre wordt er bovendien bij de keuze van bomen gekeken naar de functie voor biodiversiteit op de plek waar de boom komt te staan? Bv een plataan trekt geen insecten of vogels aan.
7. Tevens beschrijft u in uw antwoord aan de SP dat bij herplant kijkt naar ‘het beeld van de boom over 25 jaar’ . Moeten wij hieruit opmaken dat u de decoratieve functie van bomen belangrijker vindt dan het aantal bomen in onze stad? En als dit niet zo is, waarom kiest de gemeente dan niet voor extra aanplant op een andere locatie in de wijk

Hans van Dijk – SP
Corina Kerkmans – Partij voor de Dieren