Tech­nische vragen gier­zwa­luwen (bescherming van soorten)

Indiendatum: apr. 2015

TECHNISCHE VRAGEN

Datum: 6 april 2015

Onderwerp: Gierzwaluwen: informatie en vergunningen

In de maand april komen de gierzwaluwen naar ons land. Ook in Gouda zal naar verwachting weer een kolonie gaan nestelen in kleine openingen onder daken van gebouwen in de periode tussen eind april en begin augustus. Gierzwaluwen zijn zgn. ‘rotsbroeders’ en hebben in steden en dorpen een leefgebied gevonden om hun nesten te bouwen en hun jongen groot te brengen. Gierzwaluwen zijn daarmee voor hun voortbestaan afhankelijk geworden van de mens als gastheer, die hen al dan niet welkom heet en hun nest beschermt. Want gierzwaluwen zijn zeer trouw aan hun broedplaats. Hun nesten zijn door de Flora en Faunawet (hierna: F&F wet) daarom ook jaarrond beschermd. De bouwwereld heeft in 2009 een gedragscode opgesteld rondom de bescherming van soorten, waaronder de gierzwaluw. Wanneer het bedrijf aantoont dat het volgens deze code zal handelen, hoeft geen ontheffing van de F&F wet te worden aangevraagd¹.

Met de gedragscode is bescherming door de bouw- en ontwikkelsector in de praktijk nog geen voldongen feit. De laatste jaren gaat de Gierzwaluw achteruit blijkt uit onderzoek van SOVON. Ervaringen van beschermers, waaronder ook de Goudse werkgroep Gierzwaluwen, kunnen voorbeelden aandragen waarbij de F&F wet en de gedragscode ook in Gouda met voeten zijn getreden. Daarnaast blijken burgers in algemene zin en bouwopdrachtgevers in het bijzonder niet op de hoogte te zijn van hun verantwoordelijkheden, maar ook de (veelal zeer eenvoudige) mogelijkheden om een goede gastheer voor beschermde dieren te zijn. Overigens is in Gouda gebleken dat gierzwaluwen niet alleen in oude wijken nestelen. Ook in wijken uit de jaren ’70 en ’80 zijn belangrijke populaties ontdekt, waaronder Plaswijck en Bloemendaal.

Voorlichting bij aanvragen van vergunningen is een belangrijk instrument om projectontwikkelaars en bouwbedrijven te wijzen op hun plichten en mogelijkheden om deze vogel te beschermen. Ook blijkt het nodig dat bouwers op het bestaan van de gedragscode worden gewezen.
Maar na onderzoek van de websites van de ODMH, de stad Gouda en Cyclus, blijkt dat deze informatie onvolledig en verouderd is. Zo wordt niet gewezen op de gedragscode. Ook niet naar de recentere Soortenstandaarden van het Ministerie van EZ. Alleen Cyclus verstrekt algemene publieksinformatie, die al ouder is: http://cyclusnv.nl/informatiefolders

Voor zover kan worden nagegaan verwijzen noch de gemeente Gouda, noch de ODMH naar deze folder.

Wij hebben dan ook de volgende vragen:

• Wat is het geformuleerde beleid over voorlichting over en uitvoering van ‘ecologie’ (één van de functies van de ODMH) en/of ‘ecologie in relatie tot vergunningenverlening’ door de ODMH en kunnen wij de relevante stukken daarover ontvangen? Heeft de bescherming van gierzwaluwen daarin speciale aandacht?
• Dezelfde vraag voor Cyclus?
• Werken Cyclus en ODMH verplicht samen en hoe ziet dat er in praktijk uit?
• Hoeveel FTE houden zich bij de ODMH, Cyclus en de gemeente met ‘ecologie’ en met ‘soortenbescherming ‘ (of een relevante functie) bezig? Hoeveel betreft dat de bescherming van de gierzwaluw?
• Wanneer en op welke wijze geeft de ODMH informatie over de bescherming van soorten in het algemeen en gierzwaluwen in het bijzonder wanneer een particulier een relevante vergunningaanvraag doet?
• Idem wanneer dit een bedrijf betreft?
• Waar op de website van de ODMH is informatie te vinden over ecologie en de bescherming van soorten in het algemeen en de gierzwaluw in het bijzonder?
• Hoe controleert de ODMH of de F&F wet of de gedragscode bij bouwprojecten wordt nageleefd? Kunt u hiertoe concrete voorbeelden van de afgelopen drie jaar geven? Graag toespitsen voor de gierzwaluw.
• Wat is het beleid van de gemeente zelf over voorlichting met betrekking tot de bescherming van soorten en de gierzwaluw in het bijzonder? Kan de gemeente daarbij bijvoorbeeld verwijzen naar de website van de Goudse Werkgroep Gierzwaluwen?

¹Dan worden eerst de te beschermen soorten opgespoord, een plan van aanpak opgesteld en de gevoerde werkwijze (het ecologisch werkprotocol) systematisch gedocumenteerd.