Artikel 38 vragen over terrein Koud­asfalt

Indiendatum: nov. 2015

Artikel 38 VRAGEN

Onderwerp: Woonvisie (Koudasfalt)

INLEIDING:

Op 18 november 2015 was er een presentatie van de ODMH in het Huis van de Stad. Hierna was er de gelegenheid tot het stellen van vragen. Op een aantal vragen kreeg de Partij voor de Dieren helaas geen duidelijk antwoord.

Dat leidt tot de volgende aanvullende vragen aan College:

1. Zijn er boringen verricht aan de waterkant van het Koudasfalt terrein? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten? Zo nee, hoe kan men garanderen dat er geen vervuiling in de IJssel terecht komt?
   
2. Zijn er boringen verricht buiten het terrein van Koudasfalt om te kijken of de vervuiling zicht daar verspreid heeft?
   
3. Indien in de toekomst toch blijkt dat er vervuiling weglekt, wie is er dan verantwoordelijk voor de gevolgen?
   
4. In 1975 is de installatie verplaatst. De Hoge Raad heeft aangegeven dat vervuilers voor deze datum niet aansprakelijk meer kunnen worden gesteld voor de vervuiling. Na deze datum is veroorzaakte vervuiling aan de eigenaar om op te ruimen. In 2002 Is de grond verkocht aan Matex Vastgoed II. Gezien eerdere onderzoeken was Matex Beheer II beheer op de hoogte van de vervuiling. Hiermee heeft zij ook de verplichting tot opschoning van het terrein op zich genomen. In peilbuis 9 bij de asfaltcentrale is bijvoorbeeld een waarde aan minerale olie ver boven de interventiewaarde gemeten. Welke pogingen onderneemt het college om de kosten van sanering (verwijdering / schoonmaken van het terrein) door de huidige eigenaar te laten voldoen?