Artikel 38 vragen duur­zaam­heids­beleid

Indiendatum: sep. 2015

Onderwerp: Bijdrage aan duurzaamheidsplatform

INLEIDING

In de Collegebesluiten van 22 september staat vermeld dat Goudse bedrijven dit voorjaar het initiatief hebben genomen om te komen tot de oprichting van een Duurzaamheidsplatform voor bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties. Het college heeft besloten om na de oprichting een eenmalige financiële bijdrage bij de start te leveren. De Partij voor de Dieren juicht het oprichten van dit platform en de eenmalige steun dan ook van harte toe! Dit platform kan heel belangrijk worden voor Gouda en het behoud van de planeet waarop wij wonen.

Het verbaast ons echter om te vernemen dat het budget van de duurzaamheidsmakelaar zal worden gebruikt. Dat leidt tot de volgende vragen aan College:

• De functie van duurzaamheidsmakelaar is voor zover wij weten nog altijd niet van start gegaan en kan ook niet bepaald rekenen op een ruim budget. Welke overwegingen heeft het College gehad om toch voor dit budget te kiezen?
• Waarom heeft het college er niet voor gekozen het geld in het programma ’Investeren in de lokale economie en werkgelegenheid’ te vinden?
• Is het College het met de PvdD eens dat door dit initiatief financieel te koppelen aan het Programma ‘Investeren in de lokale economie en werkgelegenheid’, het College laat zien dat je duurzaamheid ‘niet apart erbij doet’, maar dat het bevorderen van duurzaamheid onderdeel is van alle programma’s uit het Coalitieakkoord? Waarom wel/niet?
• Is het college het met de Partij voor de Dieren en Urgenda eens dat het juist de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid zijn, die zorgen voor groei van werkgelegenheid in het bedrijfsleven en dus ook in Gouda? Waarom wel of niet?
• Is het college het met de Partij voor de Dieren eens om Gouda ook leefbaar te houden voor nu en de generaties na ons, de uitvoering in het programma ‘Investeren in de lokale economie en werkgelegenheid’ ook gericht moet zijn op de ontwikkeling van een circulaire economie in plaats van op louter economisch financiële groei en toename van consumptie? Waarom wel/niet en kunt u concrete voorbeelden geven waar dat gebeurt?